Het item Attributentabel

Het is mogelijk om delen van een vector-attributentabel toe te voegen aan het kaartvenster van Printvormgeving: Klik op het pictogram openTable Attributentabel toevoegen, klik en sleep het item met de linker muisknop op het kaartvenster van Printvormgeving en plaats het en pas de grootte aan. U kunt het beter positioneren en het uiterlijk aanpassen op de tab Item-eigenschappen.

De tab Item-eigenschappen van een attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie figure_composer_table_1):

Figure Composer Attribute Table 1:

../../../../_images/attribute_properties.png

Tab Attributentabel Item-eigenschappen

Algemene eigenschappen

De tab Algemene eigenschappen van een attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie figure_composer_table_2):

Figure Composer Attribute Table 2:

../../../../_images/attribute_mainproperties.png

Dialoogvenster Attributentabel Algemene eigenschappen nix

  • Voor Bron kunt u normaal gesproken alleen ‘Laagobjecten’ selecteren.

  • Met Laag kunt u kiezen uit de in de het project geladen vectorlagen.

  • In het geval dat u de optie checkboxGenereer een atlas op de tab Atlas-generatie heeft geactiveerd, zijn er twee aanvullende mogelijkheden voor Bron : ‘Huidig atlas-object’ (zie figure_composer_table_2b) en ‘Relatie-kinderen’ (zie figure_composer_table_2c). Bij het kiezen van ‘Huidig atlas-object’ zult u geen optie zien om de laag te kiezen, en het tabelitem zal alleen een rij weergeven met de attributen van het huidige object van de bedekkingslaag van de atlas. Bij het kiezen van ‘Relatie-kinderen’ zal een optie met de namen van de relaties worden weergegeven. De optie ‘Relatie-kinderen’ kan alleen worden gebruikt als u een relatie heeft gedefinieerd die uw bedekkingslaag voor de atlas als ouder gebruikt en de tabel zal de kind-rijen weergeven van het huidige object van de bedekkingslaag voor de atlas (voor meer informatie over het genereren van een atlas, zie Een atlas genereren).

  • De knop [Tabelgegevens vernieuwen] kan worden gebruikt om de tabel te vernieuwen wanneer de feitelijke inhoud van de tabel is gewijzigd.

Figure Composer Attribute Table 2b:

../../../../_images/attribute_mainatlas.png

Attributentabel Algemene eigenschappen voor ‘Huidig atlas-object’ nix

Figure Composer Attribute Table 2c:

../../../../_images/attribute_mainrelation.png

Attributentabel Algemene eigenschappen voor ‘Relatie-kinderen’ nix

  • De knop [Attributen...] start het menu Attributen selecteren, zie figure_composer_table_3, die kunnen worden gebruikt om de zichtbare inhoud van de tabel te wijzigen. Gebruik, na het maken van de wijzigingen, de knop [OK] om de wijzigingen toe te passen op de tabel. Het bovenste gedeelte van het venster geeft de weer te geven lijst met attributen weer en het onderste gedeelte helpt om de manier in te stellen waarop de gegevens worden gesorteerd.

    Figure Composer Attribute Table 3:

    ../../../../_images/attribute_select.png

    Dialoogvenster Attributentabel Selecteer attributen nix

    In het gedeelte Kolommen kunt u:

    • Een attribuut verwijderen, selecteer eenvoudigweg een rij met attributen door ergens in de rij te klikken en druk op de knop Min om het geselecteerde attribuut te verwijderen.

    • Voeg een nieuw attribuut toe met behulp van de knop Plus. Aan het einde verschijnt een nieuwe lege rij en u kunt een lege cel selecteren in de kolom Attribuut. U kunt een veldattribuut uit de lijst selecteren of u kunt een nieuw attribuut bouwen met behulp van een reguliere expressie (knop expression). Natuurlijk kunt u elk al bestaand attribuut aanpassen door middel van een reguliere expressie.

    • Gebruik de pijlen Omhoog en Omlaag om de volgorde van de attributen in de tabel te wijzigen.

    • Selecteer een cel in de kolom Kop en typ, om de kop te wijzigen, eenvoudigweg een nieuwe naam.

    • stel een precieze uitlijning in (mix van verticale en horizontale opties voor uitlijning) voor elke kolom.

    • Selecteer een cel in de kolom Breedte en wijzig die van Automatisch naar een breedte in mm, typ eenvoudigweg een getal. Gebruik het kruis als u het terug wilt wijzigen naar Automatisch.

    • De knop [Terug naar beginwaarden] kan altijd worden gebruikt om het te herstellen naar de originele instellingen van de attributen.

    In het gedeelte Sorteren kunt u:

    • Een attribuut toevoegen om de tabel op te sorteren. Selecteer een attribuut en stel de sorteervolgorde in op ‘Oplopend’ of ‘Aflopend’ en druk op de knop Plus. Een nieuwe regel wordt toegevoegd aan de lijst van de sorteervolgorde.

    • selecteer een regel in de lijst en gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag om de prioriteit voor het sorteren op het niveau van het attribuut te wijzigen. Selecteren van een cel in de kolom Sorteervolgorde helpt u de sorteervolgorde van een attributenveld te wijzigen.

    • gebruik de knop Min om een attribuut uit de lijst van de sorteervolgorde te verwijderen.

Objecten filteren

De tab Objecten filteren van een attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie figure_composer_table_4):

Figure Composer Attribute Table 4:

../../../../_images/attribute_filter.png

Dialoogvenster Attributentabel Objecten filteren nix

U kunt:

  • Het Maximaal aantal rijen, dat moet worden weergegeven, definiëren.

  • Activeren checkbox Duplicaat-rijen uit tabel verwijderen om alleen unieke records weer te geven.

  • Activeren checkbox Alleen objecten zichtbaar op kaart tonen en de overeenkomende Kaart printvormgeving selecteren om de attributen van objecten die alleen zichtbaar zijn op de geselecteerde kaart weer te geven.

  • Activeren checkbox Alleen objecten die Atlas-objecten kruisen tonen is alleen beschikbaar wanneer checkbox Genereer een atlas is geactiveerd. Indien geactiveerd zal het een tabel weergeven met alleen de objecten die worden weergegeven op die bepaalde pagina van de atlas.

  • Activeer checkbox Filteren met en verschaf een filter door die in de invoerregel te typen of door een reguliere expressie te gebruiken met behulp van de verschafte knop expression. Een aantal voorbeelden van argumenten om te filteren die u kunt gebruiken wanneer u de laag Airports uit de voorbeeld gegevensset heeft geladen:

    • ELEV > 500
    • NAME = 'ANIAK'
    • NAME NOT LIKE 'AN%

    • regexp_match( attribute( $currentfeature, 'USE' )  , '[i]')

    De laatste reguliere expressie zal alleen de vliegvelden opnemen die de letter ‘i’ in het attribuutveld ‘USE’ hebben.

Uiterlijk

De tab Uiterlijk van een attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie figure_composer_table_5):

Figure Composer Attribute Table 5:

../../../../_images/attribute_appearance.png

Dialoogvenster Attributentabel Uiterlijk nix

  • Klik op checkbox Lege rijen tonen zal de attributentabel vullen met lege cellen. Deze optie kan ook worden gebruikt om aanvullende lege cellen te maken wanneer u een resultaat wilt weergeven!

  • Met Celmarges kunt u de marge rondom de tekst in elke cel van de tabel definiëren.

  • Met kop weergeven kunt u één optie uit een lijst selecteren, ‘Op eerste frame’, ‘Op alle frames’ standaard optie, of ‘Geen kop’.

  • De optie Lege tabel beheert wat zal worden weergegeven als de selectie van het resultaat leeg is.

    • Alleen koppen tekenen, zal alleen de kop tekenen, tenzij u ‘Geen kop’ heeft gekozen voor Kop weergeven.

    • Gehele tabel verbergen, zal alleen de achtergrond van de tabel tekenen. U kunt checkbox Geen achtergrond tekenen als frame leeg is activeren in Frames om de tabel volledig te verbergen.

    • Ingesteld bericht tonen, zal de kop tekenen en voegt een cel toe die zich uitstrekt over alle kolommen en geeft een bericht weer als ‘Geen resultaten’ die kan worden opgegeven in de optie Weer te geven bericht

  • De optie Weer te geven bericht tonen wordt alleen geactiveerd wanneer u Ingesteld bericht tonen voor Lege tabel heeft geselecteerd. Het opgegeven bericht zal worden weergegeven in de eerste rij van de tabel, als het resultaat een lege tabel is.

  • Met Achtergrondkleur kunt u de achtergrondkleur van de tabel instellen. De optie Geavanceerd aanpassen helpt u om verschillende achtergondkleuren te definièren voor elke cel (zie figure_composer_table_6)

Figure Composer Attribute Table 6:

../../../../_images/attribute_background.png

Dialoogvenster Attributentabel Geavanceerd Achtergrondkleur nix

  • Met de optie Tekstterugloop aan kunt u een teken definiéren waarbij de celinhoud naar een nieuwe regel gaat als het teken wordt tegengekomen

  • Met Vergrote tekst definieert u het gerdag als de ingestelde breedte voor een kolom kleiner is dan de lengte van de inhoud. Het kan Tekst door laten lopen of Tekst afbreken zijn.

Raster tonen

Het dialoogvenster :guilabel:`Raster tonen`van de attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie Figure_composer_7):

Figure Composer Attribute Table 7:

../../../../_images/attribute_grid.png

Dialoogvenster Attributentabel Raster tonen nix

  • Activeer checkbox Raster tonen wanneer u het raster wilt weergeven, de omtrekken van de cellen van de tabel.

  • Met Lijndikte kunt u de dikte van de lijnen, die in het raster worden gebruikt, instellen.

  • De Kleur van het raster kan worden ingesteld met het dialoogvenster Kleur selecteren.

Opmaak lettertypen en tekst

De tab Opmaak lettertypen en tekst van de attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie figure_composer_table_8):

Figure Composer Attribute Table 8:

../../../../_images/attribute_fonts.png

Dialoogvenster Attributentabel Opmaak lettertypen en tekst nix

  • U kunt Lettertype en Kleur voor Tabelkop en Tabelinhoud definiëren.

  • Voor Tabelkop kunt u aanvullend de Uitlijning instellen op Uitlijnen kolom volgen of deze instelling overschrijven door te kiezen voor Links, Centreren of Rechts. De uitlijning van de kolom wordt ingesteld met behulp van het dialoogvenster Attributen selecteren (zie Figure_composer_table_3 ).

Frames

Het dialoogvenster :guilabel:`Frames`van de attributentabel verschaft de volgende functionaliteiten (zie Figure_composer_9):

Figure Composer Attribute Table 9:

../../../../_images/attribute_frame.png

Dialoogvenster Attributentabel Frames nix

  • Met Modus Formaat wijzigen kunt u selecteren hoe de inhoud van de attributentabel moet worden gerenderd:

    • Bestaande frames gebruiken geeft het resultaat alleen weer in het eerste frame en toegevoegde frames.

    • Verlengen met de volgende pagina zal net zoveel frames (en corresponderende pagina’s) maken als nodig is om de volledige selectie uit de attributentabel weer te geven. Elk frame kan over de lay-out worden verplaatst. Als u de grootte van een frame aanpast, zal de tabel worden opgedeeld tussen de andere frames. Het laatste frame zal worden verkleind om de tabel daar in te laten passen.

    • Herhalen tot voltooid zal net zoveel pagina’s maken als de optie Verlengen met de volgende pagina, met het verschil dat alle frames dezelfde grootte hebben.

  • Gebruik de knop [Frame toevoegen] om een ander frame met dezelfde grootte als het geselecteerde frame toe te voegen. Het resultaat van de tabel dat niet past binnen het eerste frame zal worden voortgezet in het volgende frame wanneer u de Modus Formaat wijzigen Bestaande frames gebruiken gebruikt.

  • Activeren van checkbox Pagina niet exporteren als frame leeg is voorkomt dat de pagina wordt geëxporteerd als het tabelframe geen inhoud heeft. Dit betekent dat alle andere items van Printvormgeving, kaarten, schaalbalken, legenda’s etc. niet zichtbaar zullen zijn in het resultaat.

  • Activeren van checkbox Geen achtergrond tekenen als frame leeg is voorkomt dat de achtergrond wordt getekend als het tabelframe geen inhoud heeft.